Leren luisteren naar Gods stem

Regelmatig schrijf ik in mijn korte stukjes over de hoeveelheid informatie die we op ons afgevuurd krijgen, of laten komen. Wanneer ik zoek op het internet dan zie ik getallen voorbijkomen van tussen de 40.000 en 120.000 gedachten per dag. Waarvan driekwart niet effectief of zelfs negatief zijn.

Kijk ik naar mijn dagelijkse wandel dan komt er heel wat in mijn hoofd voorbij. Dat gaat vanzelf. Vaak aan de hand van mijn bezigheden. Zaken op mijn werk, informatie op mijn telefoon, gesprekken met mensen, dingen die ik zie gebeuren etc. etc. Zelfs wanneer ik ga slapen of tijdens mijn slaap zijn mijn hersenen nog bezig!

Kan ik, in dit alles gaan ontdekken wanneer mijn God of Jezus, mijn Leidsman, tot mij spreekt? Dat is best moeilijk. nadenkende over het leren verstaan van Gods stem kreeg ik een soort dilemma, keuze vraag in mijn gedachten.

of… Gods plan helemaal kennen!

of…Gods stem (of die van Jezus) verstaan én daarnaar handelen!

Ik zou voor de tweede optie kiezen. Daar verder over nadenkende wil ik je meenemen op mijn kleine ontdekkingsreis in de Bijbel over dit onderwerp, Gods stem verstaan.

God wil contact met ons!

Hoe begon onze relatie met God? Hoe had God het in de beginne bedacht en heeft Hij het uiteindelijk ook weer voor ogen? In het paradijs was er in eerste instantie een goed geestelijk en natuurlijk klimaat. Er
was o.a rust en vrede, harmonie en structuur. In dat klimaat wandelde, communiceerde God met Adam en Eva. Een bekende tekst daarover is:
Genesis 3:8 Toen zij het geluid van de HERE God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de HERE God tussen het geboomte in de hof. (Gen. 3:8 NBG)
( God bezoekt hen in deze tekst opnieuw nadat zij van de boom van kennis van goed en kwaad hadden genomen)

Of zoals geschreven staat een de Willibrord vertaling: Genesis 3:8 Toen zij, bij het opkomen van de middagwind , de donder van Jahwe God in de tuin hoorden klinken, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor Jahwe God tussen de bomen van de tuin. (Gen. 3:8 W78)

Een hele andere vertaling is deze tweede versie van Willibrord. Mijn eerste gedachten zijn dan : Was het wel een natuurlijke wind? En waarom vertaalt Willibrord het met de donder? (wat voor een godsbeeld is dat?)
De Naardense vertaling zegt het heel mooi:
Ze horen de stem van de ENE, God, omgaan door de hof, in de geestesadem van die dag, en de –rode– mens verschuilt zich, en zijn vrouw ook, voor het aanschijn van de ENE, God, te midden van het geboomte van de hof.

God zoekt de mens, God is Geest, maar Hij wil contact met Zijn schepsel. Dat was toen, en dat is nu nog steeds zo. In Gen 5 vers 24 staat: Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem
opgenomen.
Veel vertalingen schrijven hier weggenomen, opgenomen. De Naardense vertaling schrijft: meegenomen. Dat vind ik mooier. Dit zegt m.i. iets over de geestelijke wereld. Die is niet hoger, hoog in de hemel. En God neemt niet weg! Nee God neemt mee! God heeft Henoch meegenomen naar de andere werkelijkheid. Mooi hé! Kom mee met Mij (God)!

Ik haal voor mijzelf uit bovenstaande gedeelte het beeld van God dat Hij ons mee wil nemen in Zijn
denken, Zijn plannen en gedachten, Zijn nabijheid, Zijn koninkrijk. Hij heeft oog voor de mens, Hij wil contact.

En dat zien we door de hele bijbel heen. God spreekt tot Noach. Genesis 6 vers 9b: Noach wandelde met God…God spreekt met Abraham : Genesis 12 vers 1: De Here nu zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land dat ik u wijzen zal. De Naardense vertaling schrijft hier: naar het land dat ik je zal doen zien!

De Here verschijnt aan Isaak, spreekt tot Jakob, Jozef, Mozes etc. etc. God spreekt met Mozes, op de berg Sinaï. Daar geeft God allerlei richtlijnen en instructies o.a. aangaande de Ark, de tabernakel, de priesterdienst etc. etc. Instructies over het wonen van Hemzelf onder Zijn volk.

Wat mij dan opvalt is dat juist in die periode dat God met Mozes dit bespreekt, nml. het wonen onder zijn volk, juist dan inspireert de satan het volk dat onder aan de berg wacht. Ze hebben geen geloof in
een terugkomst van Mozes, geen geduld. Zij maken zich een andere god om in hun midden te kunnen aanbidden.

Na deze ongehoorzaamheid van het volk, het zondigen, werpt Mozes zichzelf op als
plaatsvervanger voor het volk tegenover God. God is eigenlijk klaar met Zijn volk, staat er geschreven. Een
mooie verwijzing van Mozes naar het werk van Jezus.

De priesterdienst begon ook onder Mozes leiding en de Tabernakeldienst werd toen ook ingesteld. God maakte met de komst van de tabernakel een plek voor Zijn volk:

  • Om Hem te eren en te danken.
  • Om vergeving van zonden middels offers te kunnen krijgen.
  • Om tijd apart te leren zetten voor God (Het bezoeken van de Tabernakeldienst en houden van de sabbat).
  • God gaf ook leef instructies. (De 10 geboden).

De priester kreeg zo een bemiddelende rol tussen God en de mens. God gaf hulpmiddelen en richtlijnen voor het contact tussen Hemzelf en zijn (eigenwijze en hardnekkige) volk.

Daarna breekt een periode van richters aan. Zij moeten het recht van God gaan handhaven op het beloofde land dat deels maar was ingenomen. En zij moeten het recht van God handhaven op zijn volk. Dat volk heeft te wandelen naar de verplichtingen van het verbond. Onder leiding van diverse richters hangt het voortbestaan van het volk van God aan een zijden draad. Bekende richters worden door de Here God geroepen: o.a. Othniel, Debora, Simson, Gideon, Jefta, Eli en Samuel.
Onder de oude Samuel komt vervolgens de eerste koning. Omdat het volk Israël daar naar vraagt. Een koning als leider van het volk. De koning zit op de troon, regeert.

In het oude testament vielen vele koningen van hun troon. Kijk maar naar de geschiedenissen van Juda en Israël. ( Het 2 en 10 stammenrijk). In 1 koningen 12 waarschuwt de Here God Jerobeam voor de eerste keer door een profeet uit Juda. Het verhaal staat in 1 kon 12:33 tm 13 vers 34. Als omschrijving voor profeet wordt ook wel de omschrijving “de man Gods” gebruikt. God stuurt en gebruikt profeten om te spreken namens Hemzelf tot koningen en andere leiders. Denk daarbij o.a. aan Elia, Elisa, Amos, Hosea, Jona, Jesaja, Jeremia, Micha en Joel.

Tot zover in vogelvlucht hoe God in het oude testament contact heeft en zoekt met de mens. Met zijn volk. Van een hoofdzakelijk persoonlijke relatie tot het spreken door middel van een profeet.


God wil contact met ons, met jou, met mij!! Nog steeds.

Ik denk regelmatig aan mijn relatie met God, met Jezus. Dagen vliegen voorbij. Ik sta nog midden in het werkleven. Er komt veel op me af en dat is soms behoorlijk vermoeiend en vraagt energie.
Hoe doe ik dat? Mijn relatie met God en Jezus verder verdiepen, uitwerken. Hoor ik Gods stem in de drukte van alle dag? Maak ik daar tijd voor en heb ik daar ook oog voor? Hoeveel van mijn dagelijkse gedachten zijn voor en van God?


Daarom wil ik enkele mensen uit de bijbel onder de loupe nemen.

De stilte van Samuel

Samuel: 1 Samuel 3 vers 1 – 10 NaB
1) De jongen Samuël is tempeldienaar van de ENE voor het aanschijn van Eli; en het woord van de ENE is schaars geworden in die dagen,- geen visioen is doorgebroken. 2) En het geschiedt te dien dage: Eli is gaan liggen op zijn plaats,- zijn ogen zijn begonnen zwak te worden, hij kan niet meer zien; 3) de
lamp van God dooft nog niet uit en Samuël heeft zich neergelegd,-in de hal van de ENE, daar waar de ark van God is. 4) Dan roept de ENE Samuël toe, en die zegt: hier ben ik! 5) Hij rent naar Eli toe en zegt: hier ben ik, want je hebt om mij geroepen! Hij zegt: ik heb niet geroepen, keer terug en ga liggen! En hij gaat heen en legt zich neer. 6) De ENE houdt aan en roept Samuël nogmaals; Samuël staat op, gaat naar Eli
toe en zegt: hier ben ik, want je hebt om mij geroepen! En hij zegt: ik heb niet geroepen, mijn zoon, keer terug en ga liggen! 7) Samuël kent de ENE nog niet,- er heeft zich nog geen woord van de ENE aan hem onthuld. 8) De ENE houdt aan en roept Samuël voor de derde keer; hij staat op, gaat naar Eli toe en zegt: hier ben ik, want je hebt om mij geroepen! Dan begrijpt Eli dat het de ENE is die tot de jongen roept. 9) Eli zegt tot Samuël: ga heen en leg je neer; en zal het geschieden dat hij tot je roept, zeg dan: spreek, ENE, want uw dienaar hoort! Dan gaat Samuël heen en legt zich neer op zijn vaste plaats. 10) De ENE komt, posteert zich en roept als keer op keer ‘Samuël, Samuël!,’ en Samuël zegt: spreek, want uw dienaar hoort!

Wat valt mij in dit stukje onder andere op?
Samuel werd geroepen toen hij ging slapen/sliep. Én Samuel sliep in de nabijheid van de Ark des verbonds. Dat is het beeld van de aanwezigheid van God. Dus, Samuel heeft zich ten ruste gelegd in de “nabijheid” van God.

God riep Samuel niet tijdens de dagelijkse “leer activiteiten, lessen” van Eli. Nee, God sprak toen Samuel in de rust was, er geen afleiding was. Er staat ook: Samuel kent de Ene nog niet. Maar dat geeft niet. Hij wil God leren kennen en God kent hem wel!! Dat is mooi hé!!


Wij moeten eerst in de rust komen. Dan pas kunnen wij met God in contact komen, kan HIJ ons
bereiken…. Ik schrijf bewust het woordje “moeten.” Tegenwoordig is het voor ons een bewuste keuze om de rust te gaan zoeken. Dat vraagt een actie van ons naar God en Jezus toe!

Want hoe vaak krijg ik gedachten van buiten bijvoorbeeld wanneer ik bid….erg vaak…afleiding! (Hoeveel gedachten heeft een mens ook al weergemiddeld per dag?) Voor ik het weet ben ik in mijn gebed al weer met andere zaken bezig. Die worden mijn hemel in geslingerd. Dan zeg ik wel eens: Dit wil ik niet…Ik wil en ga terug naar de Heer!
De rust van God is in Zijn nabijheid. Dus eerst in de rust komen, dan kan God spreken! Wij mogen daarin gehoorzaam zijn en worden, net zoals Samuel. Dan kunnen we dus ook horen wat God spreekt tot ons. Dan kunnen we horen wat Jezus van ons vraagt

De angst van Elia

Nog een voorbeeld: Elia, de profeet.
1 kon 19 vers 9-16.
9 Hij komt daar de spelonk binnen en overnacht dáár; en ziedaar, het spreken van de Ene tot hem, en het zegt tot hem: waarom ben je hier, Elia?

10 Hij zegt: met ijver heb ik mij beijverd voor de Ene, God over strijdscharen; want verlaten hebben ze uw verbond, de zonen Israëls, uw altaren vernield en uw profeten omgebracht met het zwaard; ik alleen ben overgebleven, maar nu zoeken ze mijn ziel om ook die te nemen!

11 Hij zegt: ga naar buiten en ga op de berg staan voor het aanschijn van de Ene! Ziedaar, de Ene die voorbijtrekt, en een geestesstorm, geweldig en sterk, die bergen verscheurt en steenblokken verbrijzelt
   voor het aanschijn van de Ene uit; maar niet in die geestesstorm is de Ene,- na de geestesstorm een aardbeving, maar niet in de aardbeving is de Ene.

12 Na de aardbeving een vuur, maar niet in het vuur is de Ene; na het vuur de stem van een zachte stilte.

13 Het geschiedt als Elia dat hoort dat hij zijn aanschijn omhult met zijn luisterrijke mantel.
Hij gaat naar buiten en blijft staan in de ingang van de spelonk; en ziedaar, tot hem een stem die zegt: waarom ben je hier, Elia?

14 Hij zegt: met ijver heb ik mij beijverd voor de Ene, God over strijdscharen, want verlaten hebben ze uw verbond, de zonen Israëls, uw altaren vernield en uw profeten omgebracht met het zwaard; ik alleen ben overgebleven en nu zoeken ze mijn ziel om ook die te nemen!

15 De Ene zegt tot hem: ga heen, keer terug naar je weg,- naar de woestijn van Damascus; daar aangekomen zul je Chazaël zalven tot koning over Aram; 16 en Jehoe, zoon van Nimsji zul je zalven tot koning over Israël,- en Elisja, zoon van Sjafat uit Aveel Mechola, zul je zalven tot profeet in jouw plaats;


Twee keer vraagt God aan Elia, nadat hij de Horeb op gevlucht is om zijn leven te redden: Wat doet gij hier Elia? De eerste keer vertelt Elia over alles wat Hij voor God heeft gedaan. “Ik heb zeer geijverd voor de Here.” God vraagt Elia naar buiten te komen maar kort voordat de Here God verschijnt is er een grote manifestatie m.i. vanuit het rijk der duisternis. Intimideren en angst zaaien. Dat gebeurt door de storm, de aardbeving en het vuur. Daarna komt Elia naar buiten met zijn mantel om zijn gezicht. Maar dat doet hij pas wanneer de intimidatie voorbij is en bij het horen van het suizen. Dan herkent Hij Gods aanwezigheid. (Ik denk dat hij de heerlijkheid van God niet onder ogen kon komen en daarom zijn mantel om zijn gezicht deed. (net zoals Mozes in Exodus) In Exodus 3:6) daar staat:
Voorts zeide Hij: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. Toen verborg Mozes zijn gelaat, want hij vreesde God te aanschouwen
).


De tweede keer zegt Elia exact hetzelfde tegen God. Alsof God hem niet gehoord zou hebben, of dat Elia wil benadrukken wat hij allemaal voor de heer heeft gedaan.
Andere vertalingen:
NBG: geweldige sterke wind: NaB: een geestesstorm, geweldig en sterk
NBG: suizen van een zachte koelte NaB: een stem van een zachte stilte

God gaat niet in op de dubbele “klaagzang” van Elia. Nee, God geeft Elia juist de opdracht om op zijn schreden weer terug te keren.
Ik ben even in de betekenis van dit gezegde gedoken: “Op je schreden terugkeren.” Dit betekent:
De terugweg inslaan; soms ook overdrachtelijk voor: een verlaten standpunt weer innemen.
NaB: ga heen, keer terug naar je weg!
God geeft Elia de opdracht om terug te gaan naar de weg die hij voor de Here bewandelde. Dat geldt ook voor ons: Ga verder! Doorgaan op de weg met de Heer, onze God. Wanneer we dit stukje verder lezen Krijgt Elia de opdracht om Elisa te zalven tot opvolger. Dat had niet gebeurd wanneer Elia gestorven zou zijn.
God gaat verder en weet wanneer het tijd is, God voorziet!!


Wat kan ik uit dit verhaal naar mijzelf toehalen?
Soms kunnen wij ons ook zo alleen voelen als Elia, alsof je de laatste bent… of in een geestesstorm zitten geweldig en sterk. Dat je op en moe bent, uitgeput en op de vlucht. Je kan je eenzaam voelen en denken dat je iets niet kunt, dat je overrompelt wordt en je uit het veld laat slaan. Maar, dat hoeft niet….
“Treed naar buiten” spreekt God tot Elia die in de spelonk verscholen zit. Kom te voorschijn spreekt de Heer ook tegen ons. Laat je niet intimideren. Je bent niet alleen! Kom in de stilte van God.

De koppigheid van Jona

En dan is er bijvoorbeeld Jona:
Dat verhaal kennen we allemaal wel. Je kan het natuurlijk nog even lezen, het is niet zo groot. Jona hoort duidelijk de stem van God. Maar hij loopt weg wanneer hij hoort wat God van hem vraagt. Hij vlucht weg voor het aangezicht des Heren staat er. God roept Jona op om te prediken tegen de stad Nineve.

Voor mij is het verhaal ongeveer zoals dit:
Jona kent God en vermoed wat er al gaat gebeuren, ja, ja, hij weet dat God vergevingsgezind is en mensen met berouw een nieuwe kans geeft. Daarom wil hij m.i. niet naar Nineve.
Maar hij komt er wel, en op wonderlijke wijze. Jona roept vanuit de vis tot God om hulp, God verhoorde zijn verlangen naar redding. God verhoort hem en redt hem. 1 iemand!! Dus Jona gaat op pad en hij spreekt de woorden die God hem geeft in Nineve ( Jona 3 vers 2). En…Nineve heeft berouw: 120.000 mensen hebben berouw!
God brengt redding maar Jona is boos en wenst te sterven. Wat ik mooi vind is dat God Jona vraagt of hij echt boos is? Hfd 4 vers 4. Mooi dat God dat vraagt!

God geeft vervolgens die wonderboom om Jona van zijn boosheid, zijn koppigheid, af zien te krijgen. Jona is zeer blij met de boom. De boom sterft af door een worm en Jona wordt weer boos en wenst opnieuw te sterven. God verbaast zich dat Jona boos is over iets waar Jona niets voor heeft gedaan. Er staat dat Jona vertoornd is ten dode toe. NaB schrijft: Maar dat is kwalijk voor Jona, een groot kwaad,- en het ontbrandt bij hem. Wel een heethoofd die Jona! Jona speelt rechter. Zelfs wanneer hij zelf redding heeft gehad van God. Jona wil vernietiging (persoonlijk), maar brengt redding! (God door hem)

Hoe vaak spelen wij geen rechter? Trekken we ons eigen plan. Luisteren we niet. Weten wij het ogenschijnlijk beter? Van God mogen we leren, in het verhaal van Jona, dat Hij genadig en
vergevingsgezind is. Dat Hij geduld heeft met Nineve én met Jona. Dat Hij liefdevol is.
Dat het niet aan ons is om te beoordelen, rechter te spelen.
Hoe het afloopt met Jona kunnen we niet verder uit het verhaal halen. Maar het is een pittig mannetje.


Samuel, Elia en Jona.
Mensen waar God tegen sprak. Die God gebruikte in zijn plan. Die eerlijk waren tegen Hem, die een dialoog hadden met God. Waar God vervolgens liefdevol mee omgaat.
Wij zijn inmiddels van het nieuwe verbond. Wij zouden het makkelijker moeten hebben, toch?


Want…
De sleutel die God ons heeft gegeven om een levende en diepe relatie met Hem en
Jezus op te bouwen is : Gods eigen Geest, Heilige Geest.

Dan is mijn vraag aan jou: Ben je geestgedoopt? Ja?


Wat hebben wij dan onder andere ontvangen van onze liefdevolle Vader?
In Handelingen 1 vers 8 staat:
Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. (NBG)

De NaB vertaalt het zo:
nee: ge zult kracht opnemen van de heilige geestesadem die over u komt, en ge zult getuigen van mij in Jeruzalem en in heel Judea en Samaria, ja tot het uiteinde van het aardland!
Met opnemen heb ik een beeld van een spons voor me, helemaal doordrenkt! Hoeveel nemen wij op van wat Gods Geest in ons beschikbaar stelt?? Doorzien wij de satan op die momenten wanneer hij ons wil verstoren wanneer wij onze relatie met de Here God en de Here Jezus verder willen verdiepen?
Wanneer we leren luisteren naar wat God door zijn geest in ons wil zeggen, of van ons vraagt?

Naar Jezus voorbeeld:
Jezus en Petrus hadden een sterke band. Petrus zijn ego kwam regelmatig langs. Die was nog gevoelig voor intimidatie vanuit het rijk van satan. In Matt 16:23 zegt Jezus:

Doch Hij keerde Zich om en zeide tot Petrus: Ga weg, achter Mij, satan; gij zijt Mij
een aanstoot, want gij zijt niet bedacht op de dingen Gods, maar op die der mensen.

(Matt. 16:23 NBG)
aanstoot in NaB: struikelblok!!

De “rots” (de belijdenis van Petrus, over wie Jezus is, namelijk: de Christus, de zoon van de levende God!) op wie Jezus zijn gemeente zal gaan bouwen, die erg dicht bij Jezus stond was ook op dat moment een prooi voor de satan. Jezus doorziet dat. Hij spreekt de satan aan. Hij houdt nog steeds net zo veel van Petrus, maar doorziet dat Petrus gebruikt wordt. Was hun relatie hierna verstoord? Nee helemaal niet. Satan wijst jou, ons altijd op mensen, op aardse zaken. Kijk eens hier…kijk eens naar die….etc.etc.
Satan wijst ons niet op de dingen van de Here God, van Gods koninkrijk.

Samuel moest echt leren Gods stem te verstaan. Maar hij verbleef in Zijn nabijheid, paraat, gewillig om te leren. En hij leerde!

Elia kende God, sprak met Hem. Maar hij voelde zich de laatste die nog over was, hij had alles gegeven voor God, zijn Heer. Hij liet zich intimideren maar God riep hem uit zijn spelonk naar buiten en bracht hem in Zijn rust. En hielp hem om verder te gaan!

Jona hoorde Gods stem wel, kende Gods genade maar was meer op de mensen gericht dan op de genade van God. Hij vluchtte in eerste instantie weg van God. Hij was koppig en eigenwijs.
Hij luisterde pas nadat hij gered was….God gebruikte hem ondanks zijn koppigheid.

Allen in contact met God.
En wij? Willen wij net zoals Samuel leren om God beter te kunnen verstaan? Om Jezus stem door alles heen te horen en herkennen? Wij mogen leren van Jona dat het niet aan ons is om recht te spreken. Wij mogen gehoorzaam zijn aan Gods genade voor ieder mens!

Wij mogen net zoals Elia leren ons niet te laten intimideren maar samen met God onze reis hier op aarde vervolgen. Uit de spelonk, in Zijn rust Gods geest in ons zal daarbij ons de kracht, liefde en zelfbeheersing geven zoals staat 2 Timotheus 1 vers 7


Laten we de satan achter ons laten en elkaar daarbij als broeders en zusters helpen. Zo mag het koninkrijk der hemelen in ons en door ons zicht baar gaan worden!

16 maart 2025

Plaats een reactie